Deel 13: Terug thuis
Bianca werd hartelijk thuis ontvangen door haar moeder Jaeda, die zoals moeders doen meteen vroeg of ze het niet koud had. "Ik dacht wel dat ik naar normaal gebruik hier in november mijn winterkleren al ging moeten bovenhalen. Waarom verhuisde je indertijd niet naar een caraïbisch eiland ofzo?" vroeg ze al lachend, het gesprek meteen wegsturend van de vraag "hoe was het aan de universiteit", die ze liever vermeed.
Alice en Alexander begroetten haar ook, en uiteraard kleine Conall: die was de laatste maanden vliegensvlug veranderd en begon zichzelf op te trekken aan de stoelen en banken en verstaanbare woordjes te brabbelen.
Het was een grappig kereltje, die als snel zijn eigen willetje had. Het was de oogappel van Jaeda die trotser dan ooit was op haar eerste kleinkind, en duidelijk bleef herhalen dat ze er nog enkele wou.
Conall leek met zijn bleke huid en donker haar erg op papa Alexander, enkel nog extremer. "Zwart haar zit wel bij mij in de familie, kijk maar naar Mara." legde hij uit toen Alice verbaasd had opgekeken wanneer ze opmerkte dat zijn eerst vaag kastanje uitziend babyhaar donkerder werd naarmate de maanden vorderden.
En uiteraard ging iedereen ervan uit dat Conall een klein tovenaartje zou zijn. Hoewel dat het een kans van fifty-fifty was: Alice zweerde dat ze iets bovennatuurlijk aan hem had gemerkt terwijl ze zwanger was. Jaeda wist uit ervaring dat kleine magische kindjes die nog geen macht hadden over hun krachten er vaak in slaagden speelgoed te laten verdwijnen of er onbewust een soort van kopieerspreuk over uitspraken. Ze probeerde Conall hierop te betrappen, maar tevergeefs. Die ene boot bleef gewoon één zichtbare boot. Misschien was het toch maar een fabeltje dat meer gebaseerd was op toeval dan op feiten.
Als zijn magie niet naar buitenkwam, moest hij andere dingen dan maar ruim op tijd leren. Alice ging hoe dan ook een wonderkind maken van het oh zo welkome kleine jongetje.
Niet dat ze haar eigen vaardigheden verwaarloosde. Ze oefende haar spreuken vaak, in de hoop ooit mythische spreuken te kunnen doe slagen als het reanimatieritueel en de zonnespreuk. Alice bleef zich ooktoeleggen op de alchemie en wou net zo goed worden als Jaeda. Zo had ze recent eindelijk de juiste ingrediënten gevonden voor het weerwolvenbrouwsel.
"Een beetje nutteloos, want wie wilt er nu méér weerwolven. Maar toch leuk om te weten dat ik het kan."
Ze had genoeg gemaakt om twee flesjes te vullen. Misschien kon ze het ooit gebruiken als wapen of bedreiging, bedacht ze zich later.
Dus zo ging het leven verder zijn gangetje. Een jonge heks met een legendarische alchemiste als moeder en beruchte tovenares als oudere zus die de magie maar wat terzijde liet en voordien altijd had uitgeblonken in andere dingen, die nu niet meer goed wist wat ze moest doen met haar leven. Voor iedereen was het intussen duidelijk dat de universiteit misschien toch niet zo'n schitterende ervaring was geweest toen Bianca verder de winter in geen aanstalten maakte zich in te schrijven voor de andere credits en terug vertrok.
Gelukkig was er nog Alexander met wie ze om de magische capriolen van Jaeda en Alice kon lachen. Haar eigen toverkunst was nog altijd niet schitterend, hoewel ze oprecht regelmatig oefende. Om dan met zo'n mensen in huis te leven maakte haar best onzeker, bovenop de onzekerheid en twijfels die ze de laatste maanden al het opgedaan. Alexander was zelf een doorsnee man en irriteerde er zich ook aan wanneer vrouw en schoonmoeder de hele dag als oefening duelleerden.
Er was wel één reden om haar studies verder te zetten. Ze had zich de avond en nacht die ze met Liz doorbracht slecht herinnert nadien, maar met de tijd kwamen de herinneringen terug boven en ze voelde zich rot dat ze haar gewoon zomaar had achtergelaten. Ze moest het goedmaken en in een romantische brief nodigde ze haar uit.
Ze was een erg lief meisje, die vooraleer ze hun ontluikende gevoelens hadden bekendgemaakt al een zeer goeie, misschien beste vriendin was geweest. Ze herinnerde zich ook dat Liz haar meermaals op een feestje had tegengehouden om nog meer stommiteiten te doen, zoals met die ene gast die met reden werd vermeden naar bed gaan of strippen bij het administratiegebouw. Liz was wel niet op elk feestje geweest.
Iets anders dat ze had beseft aan de universiteit is dat het toch echt wel eens tijd was om komaf te maken met die prinsessenkamer met vlinderbehangpapier. Een van de eerste dingen die ze deed toen ze thuis was is met Jaeda naar de meubel-, decoratie- en verfwinkels gaan. Neutrale lichtaqua muren, een groot bed zónder torentjes, en een layout van foto's en schilderijen waarbij avant-garde Cid kwaad zou zijn weggelopen.
Op een nacht werd Bianca uit haar slaap losgerukt wanneer ze plots luid gekrijs meende te horen. Gekrijs van een peuter. Ze bleef even luisterend liggen, in de hoop dat de ouders van Conall het hadden gehoord, maar zij waren duidelijk in diepe slaap. Tante Bianca dan maar.
Het jongetje had zeer veel honger, maar er was iets anders dat haar aan hem opviel. Zijn ogen lichtten fel op. "Hu, rare lichtinval hier. Ofwel staat dat paars je zó goed dat het je oogjes helemaal doen sparkelen!" zei ze tegen de peuter die er niks van begreep.
Ze had zo'n ogen wel eens eerder gezien, maar die gedachte was genetisch onmogelijk. Hij had in Alice's buik gezeten en leek zeer goed op zijn vader, heks en mens. Dus zolang ze het op de lichtinval kon steken trok ze er zich niks van aan.
Conall had nog steeds honger.
Het was Alexander ook al opgevallen, maar hij had al helemaal geen idee hoe dit kwam en dacht dat het gewoon iets was dat kleine tovenaartjes soms hadden, een van de tekenen waar Jaeda regelmatig over sprak. Conall was dus wel een tovenaartje.
"En TOEN werd de dappere tovenaar aangevallen door de grote boze wolf! De klauwen kwamen dichterbij, geschreew, pijn, en toen- gekietel!" vertelde hij enthousiast aan het jongetje, die elke dag werd verteld wat voor machtige tovenaar hij zou worden met Alice als moeder en er helemaal in mee ging.
"Oh, de bel gaat! Papa moet weg!"
Jaeda was eerst. Ze keek verbaasd toen ze een meisje zag met een rond gezicht en paars geverfd, kort haar. Liz Tarry.
"Oh, bent u de moeder van Bianca? Aangename kennismaking, mijn naam is Liz, maar dat weet u waarschijnlijk al?"
Jaeda meende haar te herkennen van een foto die ze op haar dochter's kamer had gezien, maar toen ze eens had gevraagd wie het was had Bianca iets gemompeld en weggewandeld.
"Laat maar ma, ze is hier inderdaad voor mij, het is iemand van uni."
"Ik had niet verwacht dat je zo snel ging komen. Ik had helemaal niet verwacht dat je zou komen... Het is wat raar geëindigd. Kom je naar binnen? Noordelijk bergdorpje, helft van het jaar sneeuw hier. Leuke boel."
Liz keek wat rond. Het huis had een warme, ouderwetse inrichting. Een bar in de eetkamer, niet verbazend want Bianca moest het van ergens hebben. Wat waren die vreemde houten stokjes die ze overal zag? Oh, een hond, leuk.
Bianca had Liz gevraagd of ze een verse pannenkoek wou na de reis en vulde de tijd wat door Conall's speelgoed op te ruimen en Bogey eten te geven, de rondstarende blikken van Liz vermijdend. Ze had niemand verteld dat ze een heks was en er niet aan gedacht bepaalde dingen op te bergen.
Beide meisjes wisten niet goed hoe het onderwerp aan te snijden. "Dus...Die brief van je... Ik was eerlijk gezegd al van plan je te vergeten. Je was dronken en het gebeurde allemaal vrij snel. Dat je wegging zonder iets te zeggen deed me denken dat ik iets verkeerd had gedaan, maar toen schreef je die brief..."
"Gewoon, ik moest er weg, ik had vrij slechte punten en herinnerde me de helft van de tijd niet en voelde me slecht en..."
"Oh, sorry voor het storen. Waarom vertelde je niet dat je een vriendinnetje hebt?"
Jaeda was stil de kamer binnengewandeld en zag de twee jonge vrouwen in elkaars ogen staren. Het verbaasde haar, maar toch ook niet. Bianca had desnoods nooit een vriendje gehad, hoewel daar wel andere reden voor waren, en met die jongens van wie ze fotos had zien hangen had het duidelijk niet zo lang geduurd.
Bianca wist het echter zelf nog niet zeker. "Oh ja, dit is een... Zeer goeie vriendin."
Liz keek op en draaide haar ogen. "Ze vroeg trouwens wat al die houten stokjes zijn. Dat zijn toverstafjes, niet? Je maakte ze vroeger graag omdat je zo'n fan was van die fantasyserie, Harold Petty ofzoiets."
"Waarom probeert ze tegen me te liegen en liegt ze ook tegen die Liz...We zijn heksen, we gebruiken ze zélf." dacht Jaeda. Maar haar was er ook verteld dat het allemaal fabeltjes waren en belachelijk gemaakt toen ze indertijd in het weeshuis aankondigde naar Moonlight Falls te willen verhuizen waar Magie bestaat, dus ze probeerde het spelletje mee te spelen.
"Jaja, Harold Petty. Ik heb nog workshops gegeven op middeleeuwse fantasyfestivals."
Jaeda wist niks anders over de pasverzonnen leugen te vertellen. "Ik ga jullie dan maar alleen laten." zei ze en knipoogde subtiel naar Liz. Liz had door dat Jaeda het doorhad en Jaeda had door dat Liz zich aan Bianca ergerde.
"Waarom vertel je haar niet dat we een stel zijn? Of was die brief van je een leugen en weet je het eigenlijk nog niet? Make up your mind, alsjeblief."
"Ehh..."
"Waar is jullie badkamer? Ik denk dat ik even alleen moet zijn."
"Achter de trap..." mompelde Bianca maar Liz was al naar buiten gestormd.
"EEEEEEEEEEEEEEEEEEEK!"
Bianca hoorde plots een schreeuw uit de eetkamer horen en zag daar een geschrokken Liz naar kleine Conall staren. Zijn oogjes lichtten terug op en hij was met plots verschenen vlijmscherpe nageltjes een barkruk kapot aan het scheuren. "Wat is die kleine aan het doen?!?" schreeuwde Liz.
"Oh, dat is gewoon mijn neefje... Heeft wat rare gewoontes. Alice zou hem moeten laten testen voor ADHD ofzo."
Bianca had het ook gezien en de puzzelstukjes vielen bij elkaar. Oplichtende ogen, tijdens vollemaan kon hij nooit genoeg eten krijgen, agressief, geen tekenen van toverkracht...Al was het nog steeds een mysterie waar het vandaan kwam. Ze wou gewoon de schade proberen te beperken.
"Maak dat de kat wijs - of liever wolf. Ik ben niet dom. Ik heb wel eens iets gelezen van legendes, en ook over dit dorp. Harold Petty! Yeah sure, bestond nog niet toen je moeder een tiener was. Ze is een heks, toch? Eerst wil je niet zeggen dat we een stel zijn en dan blijf je liegen over je familie. Straks ontdek ik nog dat je een elf bent of je schoonbroer een vampier. Of misschien hebben jullie wel een experimentenkelder vol met zombies. Ik ben hier weg, bye. Spijtig van de reistijd."
Bianca probeerde nog iets te zeggen, maar Liz' besluit lag vast. Ze pakte haar spullen en rende naar buiten.
"B-bye..." is het enige dat er dan maar uitkwam. "Dit heb ik dan ook weer verpest."
Het was dom geweest om niks te zeggen, maar misschien was haar reactie, of de reactie van wie dan ook, niet veel anders geweest als ze vanaf het begin eerlijk was geweest. Echte heksen bestonden niet, was het algemeen geaccepteerde gedachtegoed. De representatie in media was in ieder geval ook niet zo flatterend.
Bianca zuchtte en begon zichzelf drankjes in te schenken, hopend dit ook te vergeten zoals de helft van haar lessen.
In de verte hoorde ze gestommel van iemand die de trap afging. Toen zag ze in haar ooghoek de bekende donkerroze pull van haar schoonbroer.
"Ik hoorde een schreeuw, geroep en toen zag ik vanuit het raam die Liz naarbuiten lopen. Wat is gebeurd?"
Hij zag toen het halflege dienblad. "Sinds wanneer ben jij verslaafd aan alcohol?"
"Sinds pakweg september. Schenk jezelf er ook eentje in. Ik heb nieuws."
"Nieuws? Je bent toch niet ziek? Ga je daarom niet terug naar school?"
Bianca grinnikte. "Nee, ik ben... Min of meer ok. Conall echter niet."
Alexander herinnerde zich Conall naar de woonkamer te zien waggelen wanneer hij naar hier kwam. Zijn ogen hadden weer zo gegloeid, maar voor de rest leek het ventje kerngezond.
Bianca zag de verwarring en ademde diep in. "Je zoon is een weerwolf."
Daarna sloeg hij het aanbod ook iets te drinken niet meer af. "Een weerwolf.." prevelde hij. "Maar hoe? Het moet minstens vier generaties hebben overgeslagen."
Bianca staarde even naar zijn opvallende oren en schonk toen verder de volgende portie cocktails in.
"Ik weet wat je denkt, maar mijn familie is goed gedocumenteerd. Zelfs als het van 6 generaties geleden is, zou er iets van een legende of gerucht zijn. Mijn familie is helemaal menselijk, aan de familie van jouw vader ligt het ook niet: ze staan te boek als allemaal normale mensen en tovenaars."
Bianca dacht even aan haar moeder, maar wuifde die gedachte weg. Hoe of wat maakte niet uit, het bewijs was overduidelijk.
"Vooral... Wat met Alice? Ze heeft een hekel aan weerwolven. Ik vermoedde het al een tijdje, maar ik durfde er niet over praten. Alice is altijd lief, maar zoals ze tien jaar geleden was, zou ze hem verstoten."
"Ja...Ik heb je dit nooit gezegd, maar toen we elkaar nog niet lang kenden gingen we eens op een date... Ze werd erg uitgescholden door Dwayne Wolff. Uit het niks"
Bianca zocht in haar vervagende geheugen naar Dwayne Wolff. "Die heb ik al een tijdje niet gezien." zei ze uiteindelijk.
"Inderdaad..." antwoordde Alexander. Hij wou haar vertellen over wat er die avond allemaal was gebeurd, maar kreeg de kans niet. Plots barste Bianca in tranen uit.
"Ik weet het gewoon niet meer," zei ze tussen het snikken door. "Ik verknoei alles. Relaties, vriendschappen, ik dacht altijd dat ik slim was maar ben met moeite door... Ik dacht me te herpakken maar toen was Liz er en ze zag hoe Conall..."
Alexander pakte haar zacht vast en probeerde haar te troosten. Maar tevergeefs; de twijfels over haarzelf die al een tijdje speelden kwamen er allemaal uit. Ze wist niet meer wat te doen. Hier stond ze bekend als dochter-van-Jules, een heks die wel leraren wel moest omkopen, aan de universiteit stond ze bekend als zware teleurstelling en waren de roddels niet veel beter. Dat haar neefje nu een wezen bleek dat haar familie compleet zou kunnen breken en zij had het domweg genegeerd, was de druppel die de emmer doet overlopen.
"Je moet gewoon je weg in de wereld vinden. Ik was als student ook een kluns. Het is gewoon een rare campus. En zie nu, al vijf jaar een goedverdienende job in het gemeentehuis." Alexander probeerde tot haar door te dringen. Ze was sinds hij haar kende altijd al zo streng geweest voor zichzelf, wat hij erg spijtig vond want al die tijd had hij gewoon een mooi, getalenteerd meisje gezien dat het slachtoffer was van een slechte achtergrond. Maar het hielp niet. Bianca zat veel dieper dan ze had willen laten uitblijken.
"M-Misschien moeten we even gaan zitten?
"Wat is hij toch weer lief." Dacht Bianca. Ze had het nooit willen toegeven, maar ze hield van hem. Hij was altijd haar steun geweest, de persoon in dit huishouden die het meest om haar leek te geven. De enige die haar écht kon verstaan van iedereen die ze ooit had ontmoet. Hij was lief, schattig, slim, succesvol, Alles. Jaeda was natuurlijk haar moeder, en Alice gedroeg zich de laatste tijd geweldig, gelukkig in de liefde en met haar zoontje...
Tot nu toe. De recente ontdekking probeerde ze te vergeten en ze nam nog een grote slok van haar glas. Haar impulscontrole verdween altijd helemaal als ze dat deed. Dat had ze wel ondervonden na verschillende onflatterende foto's van zichzelf gezien te hebben van rond drie uur 's nachts een maand geleden.
"Waarom ben je toch altijd zo lief." prevelde ze, starend in zijn ogen terwijl ze dichterbij kroop.
Alexander wist niet wat hem overkwam. "Sorry, maar ik ben je schoonbroer en negen jaar ouder." zei hij terwijl hij haar zacht wegduwde.
Geschrokken van de afwijzing stond Bianca op.
"Mijn excuses." herhaalde hij.
"Nee, ik moet sorry zeggen. Dingen vergeten is het meest effectieve maar soms ook irritante effect van drinken bij mij. Ik kan niet helder nadenken momenteel."
"Ik weet het. Ik ook niet, er gebeurd veel de laatste tijd"
De volgende ochtend was Alice vroeg wakker. Alexander had vrij luid liggen ronken. Hij was al naar bed wanneer ze thuiskwam van een avond in de Paddenstoel, maar toch was ze eerder wakker. Ze kon niet slapen met het geluid.
Alice douchte zich en kleedde zich aan. Toen hoorde ze Conall.
"Heeft mijn lieve kleine tovenaar weer honger?" zei ze tegen de peuter wanneer ze hem speels omhoog gooide.
"Hu, je oogjes gloeien zo! Ik wist het, ik wist dat je geen gewoon mensje was. Inderdaad een echte tovenaar!"