Deel 12: Grote Fout
Ze was razend.
Razend. Ze moesten gewoon samen zijn, zo hoorde het. Dat gedachtegoed bleef in haar hoofd zitten.
'S nachts wanneer ze niet kon slapen, zinderde alles wat er gezegd was maanden geleden nog na in haar hoofd.
"Brouwsels die je persoonlijkheid kunnen aanpassen, je plots stokoud kunnen doen worden, je zelfs kunnen klonen..."
Alsof er letterlijk een lichtje begon te branden schoot ze recht. Dat was de oplossing.
Het was begin november toen zij eindelijk eens thuis was en Florian niet. Conall was daar, maar dat maakte niet uit. Die idioot hield duidelijk van haar en liet haar meteen binnen. "Florian hielp me gisteren met me te trainen en ik ben iets vergeten." Mompelde ze, blij dat Conall niet helemaal doorhad dat zij en Florian niet meer met elkaar omgingen.
Uiteraard twijfelde ze of het een goed idee was. Misschien zou de kloon ook gemeen tegen haar zijn. Maar misschien juist niet? Hij is gemaakt uit liefde. Ze begreep al die magie niet, maar ze wist wel dat het gevoel waarmee iets werd gedaan belangrijk was. Gemaakt uit liefde, dus hij heeft veel liefde, voor zijn maker.
Veel tijd om nog verder een plan uit te werken en na te denken over haar keuze had ze niet. Slechts enkele dagen later diende er zich een opportuun moment aan. Florian was in elkaar gezakt na een show, en ging hopelijk nog een tijdje out zijn. Met moeite sleurde ze hem naar het appartement, Plumbob bedankend dat ze vrij fit was vanwege het weglopen van de politie en dat ze gelijkvloers woonde. Toen wachtte ze. Toen hij helemaal duizelig en groggy even wakker werd, beval ze hem een glas " water " op te drinken. En zo was het gelukt. Plots verscheen er vlak voor haar een perfecte kopie; hetzelfde intens gouden, elegant krullende haar, dezelfde schattige sproetjes, dezelfde blinkende lichtgroene ogen, hetzelfde gespierde lichaam, dezelfde perfect geboetseerde neus en kaaklijn.
"Wie ben ik? Waar ben ik? Wie ben jij? Waarom ben ik naakt?" Meteen begon de jongen duizenden vragen te stellen.
"Ben je het weer vergeten? Je bent mijn vriendje. De dokter waarschuwde me dat je wat geheugenverlies kan hebben. Kom hier!"
Hij duwde haar van zich af, keek rond en zag Florian liggen. "Wie is
hij dan?"
"Dat maakt niet uit." antwoordde ze nors.
"Als ik geheugenverlies heb, waarom help je me dan niet me alles te doen herinneren?"
"Hij is gewoon mijn bovenbuur. Hij was...Dronken. Ik heb hem naar huis geholpen, maar krijg hem de trap niet op..."
Hij knikte en keek nog wat rond, maar Charlotte had er niet aan gedacht dat ze recent een spiegel had gekocht. Hij zag het ding en bekeek zijn spiegelbeeld. "Ik ben niet lelijk. Wel maf hoeveel ik op je bovenbuur lijk, we zijn net een identieke twee-"
Door zijn spiegelbeeld te zien kwamen er plots fragmenten van een verscholen geheugen terug. Instinctief greep hij Florian's toverstaf die naast het bed was gerold en draaide zich bruusk om.
"Ben ik een kloon?! Zeg de waarheid jij heks!"
Charlotte was enorm geschrokken. Hij staarde haar furieus aan terwijl hij de toverstaf bij haar keel hield. "Ik...Ik ben geen heks, maar je bent inderdaad een kloon. Het komt door hem." ze bewoog zacht haar hoofd richting de slapende Florian. "Hij is wel degelijk mijn bovenbuur. Help me hem de trap op te dragen, dan kun je ook wat kleding aantrekken."
Met tegenzin liet hij de toverstaf zakken en volgde hij haar.
"Voila, nu lijk je perfect op hem met de piercings erbij." Vertelde Charlotte aan "Florian" de volgende dag. Die had, tot haar frustratie, in een slaapzak in de keuken geslapen.
"Wat een rare stijl heeft die kerel zeg. Wie heeft er nu een knalgroene sweater met tijgers op? Waar vind hij die dingen?"
"Dat weet ik niet. Maar je kunt het hem moeilijk gaan vragen."
"Waarom heb je me eigenlijk gekloond? Wat ben je met me van plan?"
Wat is hij toch schattig in zijn onwetendheid, bedacht ze zich.
"Wel, ik was van plan zijn paspoort te stelen. Hij is toch nog groggy, en gaat denken dat hij het is kwijtgespeeld. Jij bent even hem en we gaan samen "op reis" naar een ver, tropisch zuiders land met veel minder bureaucratie en ordehandhaving, fixen daar een andere identiteit voor je, trouwen en krijgen vijf schattige kindjes. Zoiets."
"Trouwen? Kinderen krijgen? Waar begin jij nu over? Je hebt me toch niet gekloond omdat je verliefd bent op die kerel en hij niet op jou en je hoopte dat het bij zijn kloon anders is?"
"Ehh..." Charlotte voelde zich belachelijk. Florian is niet dom, en zijn kloon evenmin.
"Besta ik enkel
daarom? Sorry maar, nee..." voegde hij er nog aan toe.
"Waarom niet? Jij, ik, samen, zo hoort het!"
"Wat? Nee! Je hebt iemand gekloond in de hoop dat de kloon je wél leuk vindt? Dat is absoluut gestoord, en walgelijk! What the hell!" bulderde hij en liep weg.
"Florian, wacht, nee, wat als iem-" Hij sloeg de deur toe.
Het was hopeloos, en een dag nadien besefte ze al welke stommiteit ze had begaan. Ze had een volwassen man, met alle vaardigheden van zijn origineel, in de wereld doen verschijnen met illegale magie. Maar ze was nu verantwoordelijk voor hem.
Pakweg twee weken lang slaagde ze erin hem binnen te houden. "Het is een klein dorp. Florian of zijn familie mogen je niet zien. Je kan je altijd nog bedenken, ik slaag er wel in Florian's paspoort en ID te stelen zelfs nu hij terug fit is, en dan gaan we samen op reis en-"
"NEE!" bleef de kloon telkens weigeren.
Hij werd duidelijk gefrustreerder. Hij was niet verliefd op haar en voelde zicht misbruikt omdat hij slechts met één doel in de wereld was gebracht.
Dus zo kwam de dag dat "Florian" toch uit het appartement ontsnapte, de vrije wereld tegemoet.
Hij wist echter dat hij zonder dat wicht niks kon. Hij had geen geld, geen rijbewijs, geen eigendom, geen herinneringen, geen identiteit. Hij had enkel wat hij kon. Dolgraag wou hij van haar verlost zijn, maar hij was hulpeloos.
Die magie...Die was leuk. Hij had aan haar ontfutseld dat zijn origineel een tovenaar was, en ook de oorspronkelijke bezitter van het elixer dat hem had gemaakt. Blijkbaar had hij zijn vaardigheid meegekregen; een toegeving van het magische elixer.
Hij kon er allerlei mee doen. Het maakte toch niet uit. Hij bestond niet. Kwaad op de wereld dat hij was, zat er niks anders op dan wat misbruik te maken van zijn vaardigheid om die wereld te verknallen. Op zoek naar gevoel en een doel in het leven dat niet het vriendje zijn van een gestoord kreng was. Het enige dat hij voelde was wrok, frustratie en verveling.
Wel spijtig van de getuigen.
Maar hij bleef afhankelijk. Van haar. Hij probeerde te stelen maar het lukte nooit, en als er dan politie kwam moest hij haastig wegrennen. Hij wist niet veel maar wel dat zijn bestaan hachelijk was.
Telkens opnieuw probeerde ze hem te verleiden, om mee te werken aan haar belachelijke plan. "Ik heb connecties, die nieuwe identiteit is niet te hoog gegrepen!" maar hij weigerde en vertrok, tot hij onvermijdelijk terug bij haar moest aankloppen.
"Florian, Je bent terug!"
"Noem me niet zo. Ik was de appels beu en had het koud."
"Hier is het warm, je kan gewoon hier blijven."
"Ik heb een of andere aziatische jongen die beweerde me te kennen in brand gestoken, zo kreeg ik het ook even warm. Erg grappig, hij rende naar een kraan en bluste zichzelf."
Hij leek trots op zichzelf en liep glimlachend rond. "Over koud gesproken, wat heb jij nu aan? Zo goed is het hier nu ook niet verwarmd."
"Ik hoopte dat ik je gedachten nog kon veranderen. Het is nog niet te laat weet je, hoewel je het duidelijk leuk vindt om Florian's reputatie te verknallen. Je mag niet gezien worden tot we ver weg verhuizen."
Altijd die bevelen. Hoe kon iemand zo vrij zijn maar toch zo beperkt? Wat was ze irritant.
"Oh, mag ik lieve perfecte Florian's reputatie niet vernietigen! Oohh! Dat wist ik nog niet!" begon hij met een belachelijk hoog stemmetje te zeggen.
"Als hij zo perfect is, waarom wilt hij je dan niet? Hij mag dan een belachelijke kledingstijl hebben, over een ding heeft hij gelijk. Je bent een gestoord mens en ik ga nooit je "vriendje" zijn."
"Ik hou van hem! En als je zo verder doet ruïneer je hem! Probeer tenminste, we kunnen samen vertrekken..." Bleef ze wanhopig stamelen.
"Oh, je houdt van hem? Je houdt zoveel van hem dat je zijn keuzes niet kan respecteren? Je wilt dat ik probeer van jou te houden zoals jij van hem "houdt"? Ok, laten we dat dan proberen!"
Charlotte wist niet wat haar overkwam. De man die ze nog steeds voor Florian aanzag greep haar vast en duwde met alle geweld zijn lippen op de hare. Zoals ze zelf meerdere keren had gedaan; maar het was niet leuk. Het was nat en hij beet haar en drukte haar plat. Ze kon amper nog ademen terwijl hij haar zo innig in zijn wurggreep vasthield.
Plots duwde hij haar en lag ze op de harde koude vloer met hem bovenop haar.
"Je doet me pijn!" probeerde ze te schreeuwen. Ze meende geschuifel te horen bij de deur en probeerde luider te roepen, al betekende het dat wie er ook was alles zou weten. Ze zou de gevangenis ingaan, levenslang, en Faroald, zoals hij steeds beval hem te noemen... Ze wou niet weten wat er met hem zou gebeuren.
"Dit is toch wat je wou?"
"Niet op deze manier!" riep ze nogmaals.
"Welke manier dan wel? Hoe dacht je dat je geweldige plannetje ging verlopen?"
"Niet...Zo-zoals nu..."
"Het domme meisje heeft duidelijk niet nagedacht, hoe verrassend!"
Ze had niet nagedacht. Zoveel besefte ze nu. Alles wat ze had verlangd was oprechte liefde van Florian of zijn kopie. Maar dit was een onbekende, die geen liefde voor haar had. Enkel frustratie en haat.
"Klopt...Ik ben dom...Doe wat je wilt..." zei ze al snikkend. Andere woorden ontsnapten haar en Faroald kleedde zich uit.
Het was snel afgelopen maar ze voelde zich verschrikkelijk. Ze onderging het stil terwijl hij al zijn frustratie over het hebben van een doelloos leven gecreëerd voor iets wat hij niet wou op haar uitwerkte. Telkens bleef ze eraan denken, de nacht dat ze zwanger werd van een illegale kloon. Het kind moest van Florian zijn. Er was geen andere keus. Het had zijn dna, en ze had absoluut niet de middelen om in haar eentje voor een kind te zorgen. Daarbij, als het op hem leek zou de aap snel genoeg uit de mouw zijn...Of eerder op
hem leek.
Ze had geen idee waar hij altijd uithing. Ergens in het dorp. Nadat Florian terug was, was hij niet meer zo openbaar; ook hij vond het irritant hoe hij telkens als hem werd herkend.
Ofwel moest hij beginnen acteren om de ongeloofwaardigheid van zijn acties in combo met hoe Florian gezien werd te verklaren, ofwel moest hij met handen en voeten uitleggen dat hij iemand anders is en dan kreeg hij eveneens problemen.
Om de zoveel tijd kwam hij bij haar bedelen om geld of om te schuilen, want hij kon geen kant uit.
Hij was afhankelijk van haar hulp en schuilplaats; zij van zijn discretie. Een ongemakkelijke situatie voor mensen die elkaar haatten.
"En, hoe is mijn baby? Al geschopt en al die shirt?"
"Alsof het je iets kan schelen!"
"Hè, ik wou ook niet dat dat ding bestaat. Ik wou je gewoon een lesje leren. Jij hebt mij
poof in de wereld doen verschijnen voor je obsessie, ik gaf je een koekje van eigen deeg."
"Je deed me pijn! Besef je wel hoe hachelijk mijn situatie is?"
"En MIJN situatie dan? Ik besta niet! Ik ben niemand! Ik
heb niemand behalve een geobsedeerd kreng! Overal waar ik ga wordt ik aanzien voor die belachelijke Florian! Ik kan niks doen, niks ondernemen, ik adem en ik ben al in gevaar! Allemaal omdat jij je fantasieën wou bevredigen en die vent en schattige baby's met sproetjes en groene ogen, wel, die krijg je nu!"
"GA DAN! Vertrek! Mijn baas kan wel documenten fixen die ook hier geloofwaardig zijn, dat is het laatste dat ik voor je doe!"
Enkele uren later kreeg ze ook nog eens de wind van voren van Florian zélf. Zo vaak wou ze hem, of Conall, of Fuchsia, of Bianca en Bree alles vertellen, maar ze durfde niet. Ze was bang.
Af en toe kwam hij nog eens op bezoek. Er werden hatelijke woorden gewisseld, hij gebruikte haar muren als canvas, maakte haar belachelijk...Na hij documenten op zak had die beweerden dat hij de drieëntwintigjarige Louis Müller was vertrok hij. Maanden verstreken.
Intussen ging het Florian terug voor de wind. Of zo leek het toch. In de hal wierp hij haar enkel hatelijke blikken toe en het enige wat zij dan zag was zijn gezicht. Het gezicht van haar grootste fout ooit. De meeste info over Florian had ze van Conall. Die was oprecht bezorgd en bezocht haar wekelijks.
"Had je bezoek?" vroeg hij toen hij bij haar binnenkwam en bij haar bar wel zeer veel drankjes zag staan.
"Nee...Nieuwe hobby... Neem maar...Alles is non-alcoholisch."
"Goed maar. Ik ben trouwens blij te zien dat je intussen een sofa hebt."
"Waarom maakt dat allemaal zo veel uit voor jou? Bemoei je met je eigen zaken."
"Sorry, ik was gewoon bezorgd. Je bent...Labiel. Maar ik ga wel als dat beter is."
Dat wou ze nu ook niet.
"Nee, ga niet. Je geeft gewoon om me. Zeer weinig mensen doen dat en ik ben het niet meer gewend als iemand lief is. Zelfs mijn eigen ouders vinden me gestoord... Nu kan ik het hen niet kwalijk nemen want...Ehh...Ik..," ze slikte haar geheim terug in, "Wil je aan mijn buik voelen? Baby is aan het schoppen."
Haar verzoek verbaasde hem maar hij deed het met plezier. Het was altijd maf om zo'n klein mensje te voelen schoppen en bewegen. "Hallo, dit is Conall! Ik ben de grote boze wolf uit de sprookjes die je ouders je gaan voorlezen!" Grapte hij.
Ze lachte en keek hem vertederd aan. Conall maakte nog wat meer grapjes, maar nogmaals vroeg hij zich af hoe dit was gebeurd.
"Al weet ik niet wat er gebeurd is, ik hoop dat het toch allemaal goed komt. Als er iets is, ik ben altijd een luisterend oor."
"Ja, weet ik...Maar je wilt het niet weten. Ik ben slecht, ik heb iets verschrikkelijks gedaan, door mij is er zoveel gebeurd..."
"En ik ben een verschrikkelijk wezen dat iedereen zou kunnen doodbijten. We kunnen samen verknipt zijn."
Na die woorden ademde hij diep in kuste hij haar plots. Met het besef dat ze wel wat bondgenoten kon gebruiken, kuste ze hem terug tot alle problemen toch voor eventjes waren vergeten. Ze vond het oprecht niet slecht voelen.
Aan de andere kant van het dorp dwaalde er intussen een honingblonde jongeman rond.
"Phew. Die ben ik dan toch kwijtgeraakt...Gelukkig ben ik niet meer ver."
Faroald rustte nog even uit, maar in de verte hoorde hij terug politiesirenes en hij zette het op rennen. Gelukkig was zijn origineel sportief en geen bankhanger.
Eindelijk, hij was er.
"Ugh...Wat is het hier een puinhoop...Charlotte, waar zit je! Dat paspoort trok op niks, ik moest een verstekeling zijn en onderduiken...Lange tijd gelukt maar er is een daklozenkamp opgeruimd... Waar zit dat kreng..."
Hij meende gesnurk te horen. Het was vijf uur 's ochtends; natuurlijk sliep ze. Maar toen hij de slaapkamer binnenging zag hij niet enkel Charlotte, maar ook Florian's neef.
"Als ze uiteindelijk toch voor hem gaat, waarom ben ik dan ontstaan..." dacht hij. Toen hij zichzelf erop betrapte dat zijn ogen vochtig werden vertrok hij terug.
Hij bleef de hele tijd in de buurt tot hij de kans had om met Charlotte te praten. Mensen zagen hem, waaronder een van Florian's moeders. Gelukkig leek hij intussen niet meer zo veel op die kleurrijke, ijdele beroemdheid. Met nog wat gemene blikken erbij zou hij nooit meer Florian worden genoemd.
Charlotte keek doodsbang toen ze hem plots tegenkwam. "Flo-Faro-ald, je-je bent terug?" Stotterde ze.
"Ik zat eventjes in Frankrijk. Toen ik een motorrijbewijs wou halen liep het mis. Wat voor prullen waren die documenten."
"Tja, je.. Bestaat officieel niet..."
"Alsof ik dat niet weet."
"Wees gerust, ik doe je niks. Het is bijna tijd zie ik." zei hij toen hij haar doodsbange gezicht zag.
"Ja, twintig augustus uitgerekend..."
"Wat als je fout bent? Wat als je theorie dat we toch hetzelfde dna hebben niet klopt? Dan ga je geen steun krijgen van zijn rijke mama's, zelfs die domme wolf gaat je niet meer vertrouwen en jij hebt een heleboel dingen om uit te leggen. Dan kunnen we misschien toch nog samen vluchten, zoals je altijd wou! Een toxisch jong geldloos gezinnetje! Maar wel met lichtgroene oogjes!"
"Je bent een kloon. Het klopt. Al betekent dat dat Florian me nog meer gaat haten-"
"Shit, er komt iemand aan." onderbrak hij plots en rende vliegensvlug de weg.
Ze vertrok naar haar afspraakje met Conall, die nog steeds niks wist. Hij was te goed voor haar.
Toen ze de week nadien nog eens afspraken kreeg ze weeën en daar was dan kleine Gabriella. Een naam die Florian uitkoos, na het resultaat van de dna-test. Haar theorie klopte. Hij was razend en Charlotte keek beschaamd weg. Enkele dagen later verlieten ze het ziekenhuis.
"Je kan nog snel afscheid nemen. Je kent de afspraak: jij bent officieel een gestoord kreng dat weetikveelwat met me heeft uitgespookt en mag haar niet zien."
"Jaja..." Mompelde ze triest. Ze legde Gabi in het wiegje en keek haar nog even aan. Ze had haar donkere haarkleur, wat haar gerust stelde. Het zou pijnlijk zijn moest ze op...Hem...Lijken.
Toen ze daar stond viel haar oog nog eens op de elixerkast en ze zuchtte. Waarom had ze Florian in hemelsnaam om een rondleiding gevraagd.
"Tot ooit." Zei ze kort tegen Florian. Die was nog steeds woedend.
Ze verstijfde toen ze haar eigen slaapkamer in wandelde om uit te rusten en zag hoe Faroald een souvenir achterliet. "De dna-test zegt dat het zijn kind is." Vertelde ze hem.
"Dan ben ik echt gewoon nutteloos." Mompelde Faroald terwijl hij zijn spullen pakte en schonk Charlotte geen blik meer waardig. Hij vertrok en die nacht deed hij een poging om op het kerkhof te slapen. Niemand die irritant deed of hem Florian kon noemen of politie die hem achterna zat vanwege de schande niet te bestaan, en misschien kon hij een geest vragen hoe het was om dood te zijn.
Geesten waren er die nacht.
"Eindelijk... Na zevenendertig jaar ronddolen over de wereld...Ik voel het...Ik heb mijn familie teruggevonden..." prevelde een doorschijnende magenta gedaante. Vanwege de plotse wind werd Faroald wakker.
"Een geest! Schitterend!"
De geest zag de jongeman.
"Dat goudkleurige haar...Het haar van Jaeda...Mijn Jaeda... En je neus lijkt zo op die van mijn kleine Bianca..."
Faroald kreeg een onbehaaglijk gevoel toen hij die namen hoorde. De geest deed intussen een rekensommetje.
"Ben... jij... een kleinzoon.... van mij?"
Ook had hij wel eens iets opgevangen over de slechte grootvader zijn reputatie. Hij knikte...
"Een... tovenaar?"
Hij knikte nogmaals.
"Ik heb in het hiernamaals nog leuke dingen geleerd...Waaronder de manier waarop Alice me de eerste keer per ongeluk doodde... Wil je ze leren? Ik zou graag alles doorgeven aan de volgende generatie..."
Faroald knikte nogmaals, steeds enthousiaster. Misschien had hij toch nog een reden om te bestaan.
En zo begonnen de geest en de kloon als oefening te duelleren.
Ik heb Jules' graf meegenomen uit Moonlight Falls anno deel 21 G2, en had het in een hoekje van het kerkhof tussen onkruid gedropt. Het was compleet toeval dat Jules juist die nacht ronddoolde, maar damn, wat komt het mooi uit...